Voetbalvereniging Germanicus uit Coevorden speelt komend seizoen toch in de eerste klasse. De club kreeg vrijdag de promotie van KNVB definitief toegewezen.
In maart eindigde de titelrace in de tweede klasse L vanwege het coronavirus heel abrupt. De Coevordenaren waren aan een uitstekend seizoen bezig en stonden na zestien speelrondes vier punten boven naaste achtervolger Valthermond.
De KNVB kende aanvankelijk geen promotie of degradatie toe, maar clubs mochten wel een verzoek doen omdat er plaatsen vrijkwamen in de voetbalpiramide. Dat verzoek van Germanicus is nu door de voetbalbond gehonoreerd.
‘Een enorme opluchting’
Voorzitter Eddy Compagne reageert opgetogen op het besluit van de KNVB. ,,Het is een enorme opluchting. We krijgen nu alsnog de beloning voor een prima seizoen. We zijn erg blij dat we onze sportieve ambities op een hoger niveau kunnen inlossen.”
Compagne is blij dat de hoofdmacht de kers op de taart kan zetten. „We hadden ook uitstekende papieren voor de kampioenstitel, maar door de uitbraak van het coronavirus leek het seizoen in sportief opzicht onbevredigend te eindigen.”
‘Puzzelstukjes vallen op zijn plaats’
De Coevordenaren waren na drie seizoenen onderhand ook toe aan een terugkeer op een hoger niveau. ,,Dat werd gaandeweg dit seizoen steeds meer duidelijk. Er stond een hecht collectief en alle puzzelstukjes leken in elkaar te passen. Gelukkig is dat laatste puzzelstukje vandaag ook op de goede plek gevallen”, aldus Compagne.
Vruchten plukken van jeugdopleiding
Dat Germanicus in sportief opzicht een belangrijke stap voorwaarts heeft gezet, is volgens Compagne vooral te danken aan de goede structuur van de jeugdopleiding.
,,Er is de afgelopen jaren hard gewerkt om de jeugdspelers dichter bij het eerste elftal te brengen. Het geeft een voldaan gevoel dat alle inspanningen worden omgezet in resultaat. Komend seizoen zullen we het dan ook met eigen beloftevolle spelers doen. Natuurlijk ligt er een uitdaging om deze relatief jonge ploeg door te ontwikkelen, maar dat is bij trainer André Mulder in goede handen.”
Bron: Coevorder Courant